De tijd vliegt voorbij. Soms als ik even niets te doen heb, denk ik terug aan de tijd dat ik nog een heel jong mannetje was. Herinneringen uit die periode komen dan boven drijven.
Misschien herkennen de ouderen onder ons dat ook wel en mijmer je ook wel eens terug naar je kindertijd. Wel, hoe het kwam weet ik niet. Maar tijdens één van die terugdenk momentjes, kwam ineens het beeld bij mij op van die oude vertrouwde schillenboer. Kinderen van tegenwoordig weten van toeten noch blazen als ik het heb over de schillenboer.
Maar in de jaren 60? De schillenboer was de ongekroonde koning van de straat. De man die met een paard en wagen of gammele bakfiets door de wijk tufte. Die schillenwagen had een mysterieuze geur van oud fruit en aardappelschillen, wat een ontzettend vreselijke lucht opleverde die je mijlenver al de meest weerzinwekkende geurprikkels in je neus gaf. En de schillenboer zelf, ongelofelijk, hij had een stem als een megafoon en was in de wijde omgeving te horen dat hij er aan kwam met zijn schillenkar.
Iedere dinsdag en vrijdag wist je hoe laat het was: “SCHILLENBOEEEEER!” galmde het door de straten. Kinderen holden naar buiten om de schillenboer te helpen en het paard te aaien en moeders kwamen met die oude vertrouwde zinken emmer uit de keuken om hun, wat nu heet, GFT afval aan de schillenboer te geven. De schillenboer was niet alleen afvalophaler, hij deed aan straattheater, buurtpraat, en in zekere zin was hij al een biologisch voorvechter van afvalscheiding.
Wat haalde hij op? Nou, alles wat je tegenwoordig in een hippe compostbak gooit: aardappelschillen, groenteafval, appelklokhuizen, en af en toe een halve kool die het net niet gehaald had. En dat ging dan allemaal in die houten kar, waar al minstens vier soorten schimmel nieuwe ecosystemen waren begonnen.
Maar het mooiste was natuurlijk z’n paard. Die wist de route beter dan de schillenboer zelf. Je hoefde maar één keer “Ho!” te zeggen en het beest stopte precies bij dat ene huis waar altijd net te laat een emmer werd aangereikt, met een kind erachteraan dat riep: “Mama zei dat het nog net kon!”
En dan die geur. Een walm van gistend fruit, natte krant en prei van vorige week. De schillenboer rook je al voordat je hem zag. Maar vreemd genoeg hoorde het erbij. Net zoals de bromtol, de kolenkit, en de geur van gekookte spruitjes in de gang.
Het zijn inmiddels vervlogen tijden. Tegenwoordig wordt huisvuil en GFT afval op heel andere wijze opgehaald. Natuurlijk is die voortuitgang logisch en prima, maar soms, heel soms denk ik toch terug naar de tijd dat je uitkeek naar de komst van die schillenboer met zijn paard en stinkende kar !!
Quote: Waarom afval produceren, het wordt toch weggegooid !!



